Wanneer start de overgang?
“De dokter zegt dat ik nog veel te jong ben voor de overgang. En hij heeft vast gelijk, maar ik heb exact dezelfde klachten als mijn moeder toen ze in de overgang was.”
Voor mij zit een vrouw van 43 jaar. De ene na de andere opvlieger zie ik bij haar binnenkomen. Zweetdruppels lopen langs haar slapen naar beneden. Ze voelt zich zichtbaar opgelaten en probeert haar verhaal luchtig te houden, iets waar ze niet zo goed in slaagt.
“Wat ook zo erg is, zijn rare buien. Jantje lacht, Jantje huilt.” vervolgd ze haar verhaal. “Er is geen peil op te trekken. Soms denk ik weleens, ik ben precies mijn dochter. Mijn dochter zit midden in de puberteit. Mijn buien zijn misschien wel net zo erg als haar buien.
Haar buien, ach die horen erbij dat weet je nou eenmaal. Maar die buien van mij… ik word er zo verdrietig van. Wat ik ook vervelend vind, is dat mijn menstruatie niet meer regelmatig is. Ik ben gesteriliseerd en gebruikt dus geen pil. Vroeger was het klokslag 28 dagen en nu lijkt het echt eerder te komen. Maar de huisarts zegt dat ik te jong ben voor de overgang.”
Gelukkig kan ik mevrouw steunen in haar gevoel. Deze klachten zijn heel vervelend en ze horen helemaal bij wat we in de volksmond ‘de overgang’ noemen. En toch heeft de huisarts ook gelijk. Mevrouw is niet in de overgang.
Laat ik dat eventjes uitleggen. De overgang, ook wel menopauze genoemd, is medisch gezien de periode tussen vruchtbaar zijn en onvruchtbaar zijn. Die periode duurt volgens de medische wereld één dag, namelijk de eerste dag van je laatste menstruatie. Die laatste menstruatie bepaal je nadat je een jaar niet meer hebt gemenstrueerd. Je kijkt dan terug en zegt: ‘Op die datum van dat jaar ging ik door de overgang.’
In de volksmond is de overgang echter de periode van je eerste overgangsklacht, tot aan het verdwijnen van je laatste overgangsklacht. En deze periode kan rustig beginnen als je 40 of 45 bent en doorgaan totdat je 50 of 55 bent. Of zelfs 60.
De overgang zou je ‘de omgekeerde puberteit’ kunnen noemen. Zoals in de puberteit de geslachtshormonen langzaam stijgen, zo dalen ze langzaam tussen je 30ste en 55ste.
In het begin zul je daar nog niet zo veel van merken. Je menstruatie is een keer wat heftiger, je hebt een zweetaanval, je voelt je zelf iets meer prikkelbaar of je merkt dat je wat meer tijd nodig hebt tijdens het vrijen. Allemaal zaken die je makkelijk afdoet, met een ‘Ach, dat gebeurt nou eenmaal af en toe’. Als op langere termijn de hoeveelheid hormonen echt daalt en je klachten meer structureel worden, krab je toch eens achter je oren en denk je:
‘Het zal toch niet de overgang zijn?’.
Mevrouw ging opgelucht naar huis, haar gevoel zat dus toch goed. Over twee weken hebben we een nieuwe afspraak gepland. Samen gaan we dan kijken hoe ze haar klachten kan verminderen. Want niets vrouwelijks is mij vreemd en overgangsklachten hoef je niet klakkeloos te accepteren. Vaak kun je kunt er zelf wat aan doen!

Mijn naam is Wilma en ik ben gediplomeerd verpleegkundige met als specialismes, MammaCareVerpleegkundige en de zorg voor vrouwen en hun hormonen.
0 Reacties